In Afghanistan gaat het zoeken naar slachtoffers van de aardbeving van zondag door. Het aantal doden is opgelopen tot meer dan 1400, meldt een woordvoerder van de Taliban. Meer dan 3200 mensen raakten gewond en meer dan 8000 huizen zijn verwoest, aldus de hulporganisatie.
De meeste slachtoffers vielen in Kunar, een provincie met hoge bergen en diepe valleien. Door de beving met een kracht van 6,0 en twee zware naschokken is een aantal dorpen met de grond gelijkgemaakt. Reddingswerkers zoeken nog naar overlevenden, maar de kans is klein dat die meer dan 36 uur later nog worden gevonden.
Internationale hulp
Het radicaalislamitische Taliban-regime heeft het buitenland om hulp gevraagd. Die krijgt het onder meer van Rusland, dat de Taliban-regering deze zomer als eerste land ter wereld erkende. India heeft voedselpakketten en duizend tenten gestuurd.
Het Verenigd Koninkrijk stelt meer dan 1 miljoen euro beschikbaar. Die steun loopt via het Rode Kruis en VN-organisaties, omdat de Britten zekerheid willen dat het geld niet in de zakken van de Taliban verdwijnt.
Ook buurland Pakistan heeft hulp toegezegd, hoeveel is onduidelijk. Het is de vraag of Pakistan doorgaat met het terugsturen van Afghaanse vluchtelingen, wat al twee jaar gaande is. Die vluchtelingen kwamen juist via het door de bevingen getroffen gebied Afghanistan binnen.
De Taliban trokken de macht naar zich toe toen de internationale troepenmacht daar in 2021 vertrok. Net als in hun eerste regeerperiode werden vrouwen allerlei rechten ontzegd en uit het openbare leven geweerd.
Internationale hulporganisaties trokken zich daarna terug omdat vrouwelijke medewerkers niet langer welkom waren. Ook de financiering van hulp werd drastisch teruggeschroefd.
-nos.nl-