Na jarenlang juridisch gesteggel heeft het Hof van Justitie eindelijk een knoop doorgehakt: de vervolging van de voormalige minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, was rechtmatig. Daarmee is een belangrijke hindernis in het financiële schandaal rond de Centrale Bank van Suriname (CBvS) uit de weg geruimd. Toch blijft Hoefdraad zelf onvindbaar.
De zaak draaide om de zogenoemde “in-staat-van-beschuldigingstelling” van Hoefdraad, een noodzakelijke stap om een oud-minister strafrechtelijk te kunnen vervolgen. De Nationale Assemblee (DNA) stemde hier in augustus 2020 mee in, na een verzoek van procureur-generaal Roy Baidjnath Panday. Hoefdraad probeerde deze beslissing via een civiele rechtszaak aan te vechten, maar het Hof heeft nu geoordeeld dat het parlement terecht tot vervolging is overgegaan. Zijn klacht tegen de Staat, DNA en het Openbaar Ministerie werd dan ook niet-ontvankelijk verklaard.
Opvallend is dat het parlement eerder – onder leiding van toenmalig DNA-voorzitter Jennifer Simons (NDP) – juist had besloten om Hoefdraad niet in staat van beschuldiging te stellen. Dat gebeurde tijdens de tweede ambtstermijn van de regering-Bouterse, waar Hoefdraad deel van uitmaakte. Na de verkiezingen in 2020 kwam er echter een nieuw parlement en een nieuwe coalitie (VHP, ABOP, NPS en PL). Onder voorzitterschap van Marinus Bee werd het verzoek van de procureur-generaal opnieuw bekeken en toen wél goedgekeurd. Hoefdraad’s verdediging stelde dat het parlement niet zomaar terug mocht komen op een eerder besluit, zeker niet zonder nieuwe feiten. En die waren er volgens hen niet.
Ondanks de juridische tegenwind werd de strafzaak tegen Hoefdraad voortgezet. In 2023 werd hij bij verstek veroordeeld, samen met andere betrokkenen zoals oud-CBvS-directeur Robert van Trikt en voormalig Postspaarbank-directeur Ginmardo Kromosoeto. Ze werden schuldig bevonden aan financiële malversaties waarbij miljoenen Surinaamse dollars verdwenen. Hoefdraad bleef ondertussen via de civiele rechter proberen de rechtmatigheid van zijn vervolging aan te vechten. Zijn advocaten hoopten dat een overwinning daar de strafzaak zou beïnvloeden. Dat is nu van de baan.
Opmerkelijk is dat Interpol zich eerder niet wilde mengen in de zaak. De internationale politieorganisatie weigerde om Hoefdraad op de opsporingslijst te zetten, omdat het vermoeden bestond dat zijn vervolging politiek gemotiveerd zou zijn. Dat oordeel zette Suriname internationaal in een lastig parket, maar heeft binnen de eigen rechtspraak nu weinig effect gehad. Met het oordeel van het Hof dat de vervolging rechtmatig is, kan de strafkamer nu verder met een definitieve uitspraak in hoger beroep. Daarmee lijkt het juridische hoofdstuk rond Gillmore Hoefdraad zijn ontknoping te naderen.
De enige grote vraag die blijft hangen: waar is de ex-minister?