“Er is inmiddels al contact opgenomen met het ministerie van Financiën om te kijken welke financiële ruimte er is om de achterstallige betalingen aan bus-en boothouders te starten”. Dat zei president Jennifer Simons woensdag tijdens de prikactie van de bus-en boothouders van het Nationaal Vervoer Bedrijf (NVB). Volgens de president ligt het probleem niet bij de betrokken ministeries, maar vooral bij de beperkte financiële middelen van de staat. De gesprekken tussen het ministerie van Financien en de bus- en boothouders worden voortgezet om te bepalen hoeveel er direct kan worden uitbetaald en binnen welke termijn. Het totaal bedrag ligt rond de honderd miljoen SRD en Simons gaf aan dat dit bedrag niet in één keer beschikbaar zal zijn. Er wordt gekeken naar een gefaseerde betaling, waarbij de eerste uitkering mogelijk al deze week of volgende week kan plaatsvinden.
De bushouders in dienst van het Nationaal Vervoer Bedrijf (NVB) hebben woensdag een prikactie gehouden. De weg naar het kabinet van de president werd gebarricadeerd met bussen. “We willen ons geld”, zegt ondervoorzitter Vikash Nanhoe van de bond bij het staatsbedrijf. Nanhoe zegt dat er meerdere gesprekken zijn geweest met de leiding van het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme. Er werd eerst overeengekomen dat de reguliere betaling van het eerste kwartaal voldaan zou worden. Dat is intussen al voltooid en direct hierna zou meteen de uitbetaling van het tweede kwartaal plaats moeten vinden, maar dat heeft nog steeds niet plaatsgevonden.
Volgens Nankoe was de prikactie bedoeld om de noden rechtstreeks aan de president voor te leggen. Het gaat om achterstallige betalingen van april tot en met oktober 2025. Tegenover het STVS Journaal zegt Nankoe dat president Simons begrip heeft getoond voor hun situatie. “De president heeft gezegd dat er in delen betaald zal worden. We wachten nu op bericht van Financiën”, aldus Nankoe. President Simons zei nog dat zij niets wil beloven wat niet waargemaakt kan worden, maar verzekerde de bus-en boothouders dat er progressie zal komen.