De Surinaamse ambassade in Washington DC viert 50 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid met een bijzondere kunsttentoonstelling van de Surinaams-Amerikaanse schilder Joseph Nassy (1904-1976). De expo, opgezet in samenwerking met het Art Museum of the Americas, werd vrijdag 21 november geopend en is tot 12 december te zien in de Marcus Garvey Hall van het OAS-hoofdgebouw.

Nassy, geboren in Paramaribo en van Creools-Joodse afkomst, verhuisde op 15-jarige leeftijd naar Brooklyn, waar hij elektrotechniek studeerde. Zijn carrière bracht hem later naar Europa, waar hij overschakelde naar schilderkunst aan de Académie des Beaux-Arts in Brussel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij als Amerikaan in bezet gebied geïnterneerd door de nazi’s. In de kampen maakte hij honderden tekeningen en schilderijen van medegevangenen – werk dat hem uniek maakte in de kunstgeschiedenis. In 1992 werden 225 stukken geschonken aan het United States Holocaust Memorial Museum. Voor de tentoonstelling in Washington leende het Bakkie Museum drie van de vijf Surinaamse werken uit.

De opening trok ambassadeurs, vertegenwoordigers van het State Department, speciale gasten en leden van de Surinaamse diaspora. Ambassadeur Marten Schalkwijk benadrukte in zijn toespraak de belangrijke rol van de OAS voor kleine landen en de veerkracht van de Surinaamse bevolking in de afgelopen 50 jaar. Diezelfde veerkracht, zei hij, is terug te zien in het werk en levensverhaal van Nassy.

Volgens Adriana Ospina van het OAS Museum blinkt Nassy vooral uit in portretkunst. Zijn tekeningen van medegevangenen omschreef zij als “intiem, menselijk en emotioneel gelaagd”, waarbij hij niet alleen gezichten vastlegde, maar ook “het leven achter prikkeldraad” en de onverwoestbare geest van zijn medegevangenen.