DINSDAG 16 JUNI 2020-Bayern München kan vanmiddag op bezoek bij Werder Bremen voor de achtste keer op rij kampioen van Duitsland worden. De nieuwe uitdaging wacht snel daarna: de beste club ter wereld blijven, het liefst op een manier die past bij Bayern
Alsof hij nog gewoon in dienst van Bayern Munchen is. Hup, daar wandelde Arjen Robben afgelopen vrijdag het bekende trainingscomplex van de Duitse topclub aan de Säbener Strasse op. En hup, daar stond hij even later met zijn voetbalschoenen op het veld. Onder begeleiding van een Bayern-medewerker werkte de oud-profvoetballer, nog altijd woonachtig in Zuid-Duitsland, zich ongedwongen in het zweet. Gewoon om een beetje fit te blijven en plezier te hebben, zo liet hij later die dag weten.
Het voorbeeld zegt veel over de manier hoe oud-spelers van de club bijna stelselmatig naar de club kijken. Een plek waar je je altijd welkom voelt. Zo bezien is het contrast groot. Het beeld van de club die zo wordt gehaat door de tegenstanders in Duitsland (als veelvraat en slokop die andere Duitse clubs leegrooft) kennen we wel. Maar je kunt óók de volgende stelling makkelijk verdedigen: Bayern is de best (geleide) club van de wereld.
Over het palmares en de prijzen hoeven we het dan niet eens te hebben. Maar het is vooral ook een club die zonder een zak geld uit het Midden-Oosten zich staande weet te houden in het internationale voetbal. Sterker, voor het restant van de Champions League geldt de ploeg van Hansi Flick als één van de topfavorieten. Een club ook waar randzaken niet of nauwelijks invloed hebben op de prestaties tussen de lijnen.
Toch eerst nog even over dat familiaire gevoel dat de meerderheid van de oud-spelers van de spelers ervaart. Roy Makaay, van 2003 tot 2007 succesvol in het Bayern-shirt, zegt het zo: ,,Voor de buitenwereld is het een club waar een automatische afgunst tegen is. Dat is vaker met clubs die heel veel winnen. Maar intern voelt het juist als een familie. Oud-spelers worden er altijd geweldig behandeld. Ik ervaar dat zelf ook. Voor de coronacrisis ben ik een paar keer uitgenodigd om te spreken voor sponsors. Dan voel je wel dat je iets betekent hebt voor de club. En dat gevoel kunnen ze daar geweldig over brengen.’’

– AD/NL-