Bayern München heeft de poulefase van de Champions League dinsdag in stijl afgesloten. Bayern was voorafgaand aan het duel zeker van de groepswinst, terwijl Inter overwintering in de Champions League al had veiliggesteld. De Italiaanse club begon brutaal in de Allianz Arena en claimde na tien minuten een penalty vanwege een handsbal van Sadio Mané na een schot van Nicolò Barella. Arbiter Ivan Kruzliak wuifde het incident weg, ook nadat hij de beelden had bekeken.
Even later was het wel raak voor Bayern. Benjamin Pavard ontdeed zich bij een corner van zijn directe tegenstander en kopte binnen. Eric Maxim Choupo-Moting leek in de tweede helft vroegtijdig voor de beslissing te zorgen, maar zijn goal werd afgekeurd wegens buitenspel. De spits mocht twintig minuten voor tijd alsnog juichen na een knal in de kruising. De verdedigers van respectievelijk Bayern en Inter raakten afgelopen weekend licht geblesseerd. Ryan Gravenberch speelde de hele wedstrijd mee bij de thuisploeg, terwijl Stefan de Vrij een kwartier voor tijd naar de kant werd gehaald bij Inter.
Torres neemt Barcelona bij de hand
Voor Barcelona stond er tegen Viktoria Plzen niets meer op het spel, want de formatie van coach Xavi was al veroordeeld tot de tussenronde van de Europa League. Zonder Memphis Depay (blessure) en Frenkie de Jong, die negentig minuten op de bank zat, begon de Spaanse grootmacht voortvarend in Tsjechië.
Na zes minuten stond Barcelona op 0-1 dankzij Marcos Alonso, die de bal kon binnenglijden na matig optreden van doelman Jindrich Stanek. Ferran Torres maakte op slag van rust de 0-2, na een prachtige aanval van Barcelona over meerdere schijven. Pablo Torre verzorgde het slotakkoord voor Barcelona.