Engeland begon als een van de titelfavorieten aan het WK. Vele concurrenten sneuvelden inmiddels onderweg, maar de ploeg van Sarina Wiegman is nog altijd in de race. Al ging het opnieuw moeizaam. Dit keer tegen Colombia: 2-1.
Ga er maar aanstaan: beginnen als de torenhoge favoriet voor de wereldtitel. Vorig jaar won Engeland het Europees kampioenschap, maar dit jaar moest de kroon op het werk worden gezet: wereldkampioen worden. Verlamd door de druk begon Engeland moeizaam aan het toernooi. Een minimale zege op niemendalletje Haïti, krappe winst op Denemarken en vervolgens een uithaal tegen China (6-1). Ondanks de dominantie in de groepsfase waren goals toch relatief schaars.
Met die monsterscore leek Wiegman het op de rit te hebben, maar ook tegen Nigeria ging niets vanzelf. The Lionesses ontsnapten via strafschoppen en kwamen in de kwartfinale Colombia tegen. De route naar de finale lag na de groepsfase open, omdat Engeland in het gunstige deel van het schema was ingedeeld. Maar op dit WK verliep niets vanzelf, bij Engeland niet maar ook bij de andere landen niet. De Verenigde Staten sneuvelden, Duitsland, Canada en Brazilië vlogen er in de groepsfase al uit, Spanje verschalkte de Oranje Leeuwinnen en eerder vanochtend knikkerde Australië Frankrijk uit het toernooi na een zenuwslopende strafschoppenserie.
Engeland was dus gewaarschuwd. En al helemaal toen Colombia nietsvermoedend op voorsprong kwam. Mary Earps schatte een schot vanaf Leicy Santos vanaf de zijkant verkeerd in waardoor de bal binnen zeilde bij de tweede paal. Foutje bedankt: 0-1. Al kreeg Lauren Hemp hulp aan de andere kant, want daar zag de doelvrouw van Colombia er niet goed uit. Zij pakte het cadeautje uit: 1-1.