Suriname moet als land de sportontwikkeling anders aanpakken. Dat onderstreept Desiré Eendragt, bestuurslid van het Surinaams Olympisch Comité, in gesprek met De Ware Tijd waarbij hij terugblikt op de karige oogst tijdens internationale meetmomenten. Tijdens de Centraal-Amerikaanse en Caribische Spelen in El Salvador en de Zuid-Amerikaanse Beach Games in Colombia bleef het land met lege handen achter.

Lichtpunt was de zilveren medaille van baanwielrenner Jaïr Tjon En Fa tijdens de negentiende Pan-Amerikaanse Spelen in Chili. Het was voor het eerst in ruim twintig jaar dat Suriname eremetaal op dat toernooi behaalde. Hij is voorstander van het vak ‘Bewegend onderwijs’ op school vanuit de basis. ‘’Als we dit goed aanpakken kunnen we na tien jaar beter en breder selecteren’’. Eendragt beseft dat in de praktijk het stimuleren van schoolsport niet gebeurt, ‘’maar het zal moeten, willen we uit het dal geraken. Geen enkele sport in Suriname gaat vooruit’’, schetst hij een somber beeld.

Voor 2024 heeft het SOC alleen de Olympische Spelen in Frankrijk op schema. Hoewel er nog geen zicht is op wie gaat deelnemen, weet Eendragt één ding zeker: ‘’Het is “all hands on deck”. Het gaat niet om het SOC alleen, maar alle bonden en de regering, met name de ministeries van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur en Regionale Ontwikkeling en Sport , die de richting dienen te bepalen voor de toekomst van sport in Suriname in het algemeen’’.